Ik heb mooi werk. Nog niet zo lang geleden was ik te gast bij een middag vol lessen aan jongeren die een kans krijgen in de Horeca aan het werk te gaan. Ze krijgen op MBO 1 niveau ook binnen de setting van de plek waar ze werken lessen Nederlands, Engels en dergelijke. Als inleiding op het middagprogramma werd aan de jongeren gevraagd wat ze in het afgelopen weekend hadden gedaan.
De verhalen waren, net als de jongeren zelf, heel verschillend en leken in eerste instantie ook vooral naast elkaar te lopen. Er was geen of weinig interactie. Ieder deed zijn eigen verhaal. Totdat Fatima de beurt kreeg. Zij vertelde grinnikend dat ze in het afgelopen weekend met haar familie het slachtfeest had gevierd. Ze moest er wel om lachen, want terwijl zij dat feest vierden was het ook dierendag. De docent vroeg haar, waarom het slachtfeest er dan was. Ze kwam er niet helemaal uit, maar begon te vertellen over Ibrahim die zijn zoon moest offeren, en dat het slachten in de plaats van het kinderoffer was gekomen. Maar dat zou de rest van de jongeren verder toch niet begrijpen. En zijzelf eigenlijk ook niet.
Ze had buiten Toon gerekend. Deze jongen met autisme dacht eens diep na en zei toen: in de bijbel staat ook zo'n verhaal. Dat gaat over devotie. Abraham moest zijn zoon offeren, maar deed dat niet en zocht stiekem een schaap en dat was geloof ik heel goed. (Bijbelkenners onder ons weten, dat het ware Bijbelverhaal toch net even anders is: de daar gevraagde actie van Abraham, namelijk het offeren van zijn zoon, wordt in het Bijbelverhaal gestopt door de stem van God, waarna God zelf een offerdier aanlevert.)
Later op de middag gaat het gesprek ineens over schepping en evolutie, wanneer de jongeren de keus krijgen tussen aap en leeuw. Toon kiest voor aap: die komen immers dicht bij ons mensen. "Ik ben een wetenschapper,"zegt hij, "dus ik geloof daarin." Fatima verschiet van kleur. "dat geloof je toch niet! Nou, ik stam niet af van de apen hoor!" Toon hakkelt nog wat, maar doet er al snel het zwijgen toe. Het incident lijkt vergeten.
Als we aan het einde van de middag echter de klas uitlopen hoor ik Toon tegen Fatima zeggen: "je kijkt nu toch niet anders naar me hè, nu je weet dat ik een wetenschapper ben?"